Mantel MEE maakt gebruik van cookies om bezoekers te tellen

Door gebruik te maken van dit e-magazine, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.

Sluiten
Foto bij interview met Vrijwilliger rolstoel
Tijd en aandacht

Interview met een vrijwilliger

Voor dit interview spreek ik met Rita van der Meer. Zij is sinds oktober 2012 vrijwilliger bij MEE Mantelzorg.

Rita vertelt dat ze vrijwilligerswerk is gaan doen omdat ze haar werk dat zij deed bij een tweetal zorgorganisaties niet meer met haar hart kon doen. Daar was geen tijd meer voor. Zij vond dat ze onvoldoende tijd had om de mensen de juiste verzorging en aandacht te kunnen geven. “Als vrijwilliger heb je veel meer tijd en aandacht voor de mensen en dat vind ik belangrijk.” 

Rita heeft vrijwilligerswerk gedaan bij MEE, verzorgingstehuis Het Parkhuis, Resto VanHarte en bij de molen Kyck Over Den Dyck in Dordrecht. Vanwege haar drukke agenda en leeftijd doet ze nu alleen nog vrijwilligerswerk bij MEE Mantelzorg. Het gaat Rita vooral om het samenzijn. Zij kan wat voor de mensen betekenen, maar de mensen ook voor haar. Het is een mooie wisselwerking, vertelt Rita. “Als ik met mensen ga wandelen dan heeft dat drie kanten: één voor de persoon waarmee je wandelt want die heeft even alle aandacht, één is voor de mantelzorger die op dat moment even niet hoeft te zorgen en daardoor ook wat ruimte voor zichzelf krijgt en de laatste is voor jezelf. Doordat de zorgvrager en de mantelzorger beiden wat ruimte krijgen, komen die ook weer anders bij elkaar terug.” 

Rita geeft aan dat ze plezier heeft in dit werk omdat ze graag met mensen werkt. Ze vindt het jammer dat er de laatste tijd minder aanbod is. Rita is inzetbaar in Dordrecht en Zwijndrecht. Naar eigen zeggen blijft ze dit vrijwilligerswerk doen. Werken met mensen spreekt haar heel erg aan. Als Rita bij een zorgvrager komt, dan stapt zij ook echt bij die persoon binnen. De zorgvrager komt dan op de eerste plaats en zij cijfert zichzelf weg. Dat zij zich aan de zorgvrager aanpast, geeft de persoon rust, merkt Rita. 

Nu de zomer eraan komt, hebben de mensen niet meer zo’n kort lontje, vertelt ze. Ze merkt verschil: in de winter zijn de mensen echt wel wat anders. “In de lente en zomer zie je andere gezichten; de zorgvragers kijken dan vrolijker. Je kunt dan ook wat meer met de mensen doen. Je kan met ze naar buiten, ergens een kopje koffie drinken en vooral ook de wintermantel uitvegen. Ik ga echt de wintermantel uitdoen en dan even wat brengen. Dan ga ik de zomermantel aandoen en de andere kant laten zien.”

Rita vertelt dat ze zelf ook een erg buitenmens is. Ze zou graag voor zichzelf een boerderij hebben gehad, maar dat wilde haar inmiddels overleden echtgenoot niet. “Vakantie vierden we altijd wel op een boerderij. Daar gingen we dan bonen plukken, dieren verzorgen, enz. Bij een van de zorgorganisaties waar ik heb gewerkt, heb ik bewust om de buitendienst gevraagd omdat ik dan buiten kon zijn. Iedere dag zag ik een andere natuur. Daar kan ik nog steeds erg van genieten. Dat probeer ik ook te delen met de mensen waar ik vrijwilligerswerk doe.”

Als Rita bij een zorgvrager komt die niet zo van het naar buiten gaan is, dan heeft zij een speciale aanpak om die persoon toch naar buiten te krijgen, zo vertelt ze. 

Ze gaat dan eerst een kopje koffie met die persoon drinken en op een gegeven moment gaat ze dan vertellen.  “Dat ik met mijn (klein)kinderen naar buiten ben geweest en dat dat zo fijn was. Dat de kleinkinderen zo’n plezier hebben gehad in de speeltuin en dat het zo lekker zou zijn om weer eens wat frisse lucht op te doen. Ik voeg daar dan aan toe dat het niet alleen de frisse lucht is, maar dat het ook in het hoofd van de zorgvrager anders wordt. Lukt dat de eerste keer niet dan probeer ik het bij de volgende afspraak weer. Ik ga niet dwingen want dat heeft geen zin. Langzaamaan er naartoe werken. Uiteindelijk lukt het altijd om de zorgvrager mee naar buiten te krijgen. Ik heb best incasseringsvermogen, dus van een stevige discussie of wat lelijke woorden raak ik niet van slag. Het gaat mij om de mens. Je moet hun situatie kunnen zien en niet alleen van jezelf. Ik zet er dan een streep onder en ga verder. Dan zal ik niet meer op de situatie terugkomen. Dat heeft naar mijn mening geen zin. Ik wil wat voor de zorgvrager kunnen betekenen en dan moet je geen oude koeien uit de sloot blijven halen, maar verder bouwen aan de onderlinge relatie. Door rust en praten kom ik een heel eind. 

Ik pas me aan de mens aan en ik kijk wat die persoon heeft, wat er gebeurd is en waarom.” Rita zet haar communicatie en empathie in om de zorgvrager zo ver te krijgen om mee naar buiten te gaan. Achteraf zeggen de zorgvragers dat ze Rita heel erg missen en vragen ze of ze niet terugkomt. Vaak gaat het de mensen om de communicatie, vertelt ze. “Ze worden graag gehoord. Ik geef hen dat luisterend oor.”  

Rita is op haar 53e jaar nog gaan studeren. Zij heeft toen 2 jaar in 1 jaar gedaan en wilde huishouden en zorg gaan doen. Dan kon zij zich naar haar idee beter aan de mensen aanpassen. “Het heeft mij hele leuke en mooie ervaringen opgeleverd. Mensen zijn erg dankbaar. Mensen willen op hun laatste moment nog afscheid van mij nemen. Dat vind ik wel hard. Ik vind het fijn om vaste zorgvragers te hebben. Dat is ook fijn voor die mensen. Je bouwt daardoor een goede en betrouwbare band op. Ik geef de mensen de tijd om die band met mij op te bouwen. Je moet je verplaatsen in iemand. Ik ben er voor de zorgvrager en niet voor mezelf. Kijk wat ze prettig vinden, hoe ze reageren. De ogen, het gezicht, de houding.”

Samenvattend kunnen we zeggen dat Rita de mens vooropstelt. Daar ben ik voor, geeft ze aan. “Ik vind mensen boeiend. Ik kan daarom ook heel ver gaan naar mensen toe. Ik doe het graag voor ze. Dat ik daarbij soms mijn eigen houding moet aanpassen, vind ik niet erg. Het gaat om de zorgvrager, dat die een fijne tijd heeft en dan het liefst …… buiten.” Als laatste voegt Rita nog toe dat zij het belangrijk vindt om elkaar te respecteren en niet te snel te oordelen over iemand als je de achtergrond niet kent. “We hebben tenslotte allemaal een rugzakje.”

Foto bij interview met Vrijwilliger rolstoel
Foto bij interview met Vrijwilliger rolstoel